Wat je leert van een fles van 68 euro
Mijn vader vond wijn boven de tien euro decadent. Maar mijn beste vriend vindt wijn onder de tien euro goed genoeg om in de spaghetti te kappen. Mijn twee sherpa’s spreken elkaar dus ferm tegen. En ze hebben allebei ongelijk.
Deze week zag ik een Zuid-Afrikaanse chardonnay in den Aldi voor 4,39 euro. Volgens het etiket was ze fruitig, met exotische aroma’s in de neus, een volle aanzet en een frisse afdronk. Uiteraard konden ze moeilijk ‘zuur als een onrijpe citroen’ op de fles zetten.
Wat mij opvalt: hoe kán dat eigenlijk, wijn maken voor die prijs? Je moet druiven plukken, persen, gisten, bottelen, etiketteren, vervoeren… En toch blijft de prijs onder die van een smos met kaas. Kaapse Pracht doet daar dan nog een Fair Trade-label bovenop. Hoe ze winst maken, is mij een raadsel.
Wat kost wijn écht?
Er is een ondergrens. In een boeiende blog berekenden De Wijnvaders dat onder de 5 euro de basisproductiekost amper gedekt is. Boven de 6 euro kan het net. Dan heb je waarschijnlijk een industriële wijn, geproduceerd in bulk, met een stevige dosis chemie, uit een streek waar alles mee zit: zon, schaal, efficiëntie.
Het resultaat is vaak: correct. Geen hoogvlieger, maar ook geen zurige tegenvaller. Een wijn die in balans is en waar je zonder gêne een glas van drinkt bij je doordeweekse spaghetti. Of er wat van in je saus gooit.
Meer betalen = meer wijn?
Persoonlijk geef ik liever iets meer uit. Rond de 10 euro krijg je (naar mijn gevoel) meer waar voor je geld. Meer smaak, meer aroma’s, meer zachtheid. Een langere afdronk. Meer plezier, kortom.
Die stijging zet zich door tot een euro of 15. Daarna wordt het wat ingewikkelder. Want hoe duurder de wijn, hoe kleiner de verschillen en hoe duurder het wordt om die kleine verschillen te maken. Denk aan houten vaten, langere rijping, selectieve oogst… Vanaf 15€ lijkt mijn financiële pijngrens qua wijn ook ongeveer bereikt. Onder een appelboom liggen geen peren, nietwaar?
Voor dure wijn is vaak extra moeite gedaan. Die extra moeite proef je, maar alleen als je getraind bent om het te proeven. Of als je er gewoon van houdt.
Voorlopig verkies ik twee flessen van 15 euro in plaats van één van 30, maar waarschijnlijk verandert dat. Als ik ooit een succesvol ondernemer ben, en er valt iets te vieren, dan trek ik een fles van pakweg 68 euro open (zo oud is mijn vader geworden). En drink ik een glas, samen met mijn beste vriend. Daar kijk ik al naar uit.
Je moet ergens beginnen. Nadenken bij wat je drinkt. Proberen te ruiken wat er te ruiken valt. Proeven met aandacht. Wijn wordt zoveel leuker als je een idee hebt van wat er in je glas zit. Daar zijn we bij Flavory van overtuigd. En daar willen we ook jou van overtuigen.











